Advies Gezondheidsraad: covid-19-vaccinatie onder 6 jaar alleen bij hoog medisch risico

AJN Jeugdartsen

Het Europees geneesmiddelenagentschap EMA heeft de monovalente mRNA-vaccins van BioNTech/Pfizer en van Moderna goedgekeurd voor het gebruik als primaire vaccinatie bij kinderen vanaf 6 maanden. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft de Gezondheidsraad gevraagd of er patiëntengroepen onder kinderen van 6 maanden tot 6 jaar zijn die in aanmerking komen voor COVID-19- vaccinatie met een mRNA-vaccin. De Subcommissie Vaccinatie COVID-19 heeft zich gebogen over de adviesvraag. Daarbij heeft de commissie zich gebaseerd op de vaste criteria die de Gezondheidsraad gebruikt bij de advisering over vaccinaties.

Advies

De commissie adviseert om COVID-19-vaccinatie alleen aan te bieden aan kinderen van 6 maanden tot 6 jaar met een ernstige onderliggende medische aandoening. De commissie spreekt op basis van de huidige gegevens geen voorkeur uit voor één van beide mRNA-vaccins. In uitzonderlijke gevallen kan vaccinatie van een kind worden overwogen om zo indirecte bescherming te bieden aan een kwetsbare huisgenoot die zelf niet gevaccineerd kan worden. Dat kan indirect ook voordeel voor het kind zelf opleveren, bijvoorbeeld omdat het zorgt voor minder stress en sociale beperkingen. De commissie adviseert om vaccinatie ook in die gevallen beschikbaar te stellen.

Gezondheidswinst bij kinderen met verhoogd risico
De commissie is van oordeel dat vaccinatie bij kinderen van 6 maanden tot 6 jaar met een verhoogd risico op een ernstig beloop van COVID-19 directe gezondheidswinst kan opleveren. De commissie verwacht dat het hen bescherming zal bieden tegen ziekenhuisopname. Voor kinderen zonder verhoogd risico is het nut van vaccinatie kleiner.

Lees het rapport: 20221115-advies-COVID-19-vaccinatie-van-kinderen-van-6-maanden-tot-6-jaar