Jeugdarts Willemien Klazema illustreert de rol van de jeugdarts als medicus. Ze vertelt over een baby van 3 weken die veel huilt. Door lichamelijk onderzoek door de jeugdarts kan de juiste begeleiding voor ouders worden ingezet.
Lichamelijk onderzoek
Ouders komen op het inloopspreekuur, omdat hun baby van 3 weken de laatste week steeds meer huilt. Willemien doet lichamelijk onderzoek en vertelt ondertussen wat ze doet: maakt de baby contact? Ligt hij ontspannen? Beweegt hij symmetrisch? Ze onderzoekt de heupen, kijkt naar de spiertonus en legt de baby op zijn buik om te kijken hoe dat gaat. Ze luistert naar hart, longen en buik en voelt of het buikje soepel is.
Willemien Klazema: “Ouders zijn bezorgd dat hun baby buikpijn heeft en daarom huilt. Ik benoem dat de buik soepel aanvoelt en dat de baby geen pijnreactie geeft bij het onderzoek.”
Het duurt te lang voor de baby om in zijn blootje alleen op het aankleedkussen te liggen en hij begint te huilen. Hij raakt overstuur en ouders reageren bezorgd: “Dit is het dokter, dit is wat er thuis ook de hele tijd gebeurt. En dan wordt hij niet meer stil.”
Troosten
Willemien pakt een inbakerdoek en vraagt aan ouders of ze het goed vinden dat ze de 5S methode (inbakeren, zijligging, sussen, wiegen en laten zuigen) uitlegt. Ouders vinden het goed en kijken mee.
“Ik leg tijdens het inbakeren uit dat het inbakeren zelf er niet voor zorgt dat de baby stopt met huilen. Vaak gaat de baby alleen maar harder huilen. Het inbakeren zorgt ervoor dat de baby straks, als hij getroost is, zichzelf niet weer aan het huilen maakt door met zijn armpjes en beentjes te bewegen. Daar kunnen baby’s namelijk van schrikken.”
De baby huilt heel hard tijdens het inbakeren. Willemien laat zien hoe een baby tot rust kan komen. “Ik pak de baby op zijn zij, wieg hem met kleine korte bewegingen heen en weer en maak een luid sssssh geluid. Plotseling kalmeert de baby, hij krijgt van de ouders een speen en begint te zuigen. Ik ga door met wiegen en sussen en na een minuut vallen zijn oogjes dicht.”
Ouders zijn verbaasd en opgelucht, dat er een manier bestaat om hun kindje te troosten. “Bij een medische oorzaak van huilen, wordt de baby meestal niet zo makkelijk stil van deze methode, omdat hij dan echt pijn of ongemak ervaart. Omdat het lichamelijk onderzoek er goed uitzag, denk ik niet aan koemelkallergie, te weinig voeding of een voorkeurshouding. Ik ben gerustgesteld omdat het kind goed te troosten is en vraag of ouders dat ook zijn. Dit is een belangrijke vraag bij zorgen over huilen. Het gaat er namelijk niet alleen om, dat de dokter gerustgesteld is, maar ook dat ouders dat zijn. Dit brengen zij, wanneer ze thuis zijn namelijk weer over op de baby.
De ouders voelen zich gehoord en zijn gerustgesteld, waardoor ze openstaan voor het toepassen van de troostmethode en begeleiding van de jeugdverpleegkundige hierbij.
Belang van goede anamnese
Bij zorgen over huilen spelen er bij ouders altijd meerdere dingen: De baby gedraagt zich niet zoals ouders zich van tevoren hadden voorgesteld, en hierdoor maken ze zich zorgen dat er iets aan de hand is. Dit wordt vaak door de omgeving versterkt, wanneer vrienden of familie benoemen dat de baby veel huilt en er worden vaak vragen gesteld over mogelijke koemelkallergie, voorkeurshouding, KISS syndroom, of de borstvoeding wel genoeg is enzovoorts.
Het doen van een goede anamnese is dus van groot belang. Na het onderzoek van de jeugdarts en uitleg over normaal huilgedrag hebben ouders vaak nog behoefte aan extra begeleiding. Soms is de jeugdarts wel gerustgesteld, maar ouders niet. Of de jeugdarts twijfelt zelf over een mogelijke medische oorzaak. In beide gevallen kan een doorverwijzing naar de kinderarts op korte termijn uitsluitsel geven, waarbij de kinderarts dezelfde troostmethode gebruikt wanneer er geen medische oorzaak is. Dit kan ouders sterken in het gevoel dat het goed gaat met hun kindje en dat ze er goed mee omgaan.