Sinds dit jaar kunnen niet alleen meisjes, maar ook jongens zich laten vaccineren tegen het humaan papillomavirus (HPV). Ook de leef tijd waarop het vaccin wordt gegeven, wordt vervroegd naar tien jaar. Kinderen die al ouder zijn, maar nog niet eerder waren uitgenodigd, krijgen de mogelijkheid om de vaccinaties alsnog te halen. Ook volgt een inhaalcampagne voor jongvolwassenen tot en met 26 jaar. Oscar Brouwer, uroloog en gespecialiseerd in HPV-gerelateerde kanker, werkte mee aan de informatiecampagne van het RIVM en aan de e-learning voor jeugdartsen over de HPV-vaccinatie. “Een groot deel van het leed dat ik zie, is te voorkomen. Als mensen bij mij in de spreekkamer zitten, is het al te laat.”
Tekst: Myrna Linders
Wat maakt het vaccineren van jongens zo belangrijk?
“De soorten kanker bij jongens waartegen het HPV-vaccin beschermt, namelijk anus-, penis-, mond- en keelkanker, zijn gelukkig relatief zeldzaam. Je kunt je dus afvragen: ‘Waarom zou ik dat vaccin dan nemen?’ Maar het vaccin beschermt je wel tegen deze vormen van kanker, die als je ze krijgt, veel leed kunnen veroorzaken. Daarnaast is een heel belangrijk argument dat je door zowel jongens als meisjes te vaccineren, HPV de wereld uit helpt. Indirect bescherm je dus ook je partner ermee. Hoe meer mensen zich vaccineren, hoe beter. Op die manier bescherm je de hele groep. Het is een bewezen veilig vaccin en door het op jonge leef tijd te geven, werkt dit het best.”
‘Wees als jeugdarts op de hoogte, zodat je jongeren en ouders goed kunt voorlichten’
HPV-vaccinatie van meisjes is al sinds 2010 opgenomen in het RVP. Merkt u in uw praktijk al een daling in het aantal gevallen van HPV-gerelateerde kankers bij mannen?
“Je geeft het vaccin aan jongeren, maar de kankers die worden voorkomen, krijgen mensen pas op latere leeftijd. Dit geldt bij zowel mannen als vrouwen. De mediane leeftijd voor het ontstaan van peniskanker is bijvoorbeeld 65 jaar. Uitstrijkjes, waarbij een voorstadium van baarmoederhalskanker bij vrouwen kan worden ontdekt, worden pas op de leeftijd van 30 jaar voor het eerst uitgevoerd. Als je kinderen vaccineert, zie je het effect dus pas minimaal twintig jaar later. Maar we weten wel uit onderzoeken, uit andere landen en vooral bij vrouwen, dat het vaccin goed beschermt tegen HPV. Het duurt alleen nog even voordat je in Nederland zal zien dat de kankercijfers ook gaan dalen.”
‘Het gaat niet om het voorkomen van soa’s, maar echt om kanker’
HPV is seksueel overdraagbaar. Vaak wordt daarom, met name in gelovige gemeenschappen, ook het argument gebruikt: “Mijn zoon of dochter krijgt het niet, want het komt met name bij mensen voor met veel bedpartners”. Wat vindt u daarvan?
“Dat is een belangrijke misconceptie. Het vaccin dat in Nederland gegeven wordt, is het vaccin dat alleen beschermt tegen de zoge- naamde hoogrisico HPV-groepen die geassocieerd zijn met het ontstaan van kankers. Je hebt ook andere HPV-groepen, zoals HPV 6 en 11, die meer geassocieerd zijn met het ontstaan van genitale wratten. Deze typen zitten dus niet in het Nederlandse vaccin. Het vaccin is dus niet gericht op die soa’s. Daarnaast is het zo, dat je HPV niet alleen maar krijgt als je 20 bedpartners hebt. Bij intiem vrijen kun je het ook al overdragen, ook als je het maar één keer doet. HPV is behoorlijk makkelijk overdraagbaar. Dat maakt ook dat 80% van de bevolking vroeg of laat in aanraking komt met het virus. Dat is een belangrijke nuance om aan te brengen: het gaat niet om het voorkomen van soa’s, maar echt om kanker. Het is heel belangrijk om dat goed uit te leggen.”
Wie is …
Oscar Roberto Brouwer (1982) werkt als uroloog in het Antoni van Leeuwenhoek in Amsterdam en is voorzitter van de internationale richtlijnen- commissie peniskanker. Hij studeerde genees- kunde in Groningen en promoveerde op het gebied van intra-operatieve beeldvorming. De opleiding tot urologie volgde hij in Leiden en Den Haag. Momenteel woont hij met zijn echtgenote en dochter in Amsterdam.
Je hebt zelf pasgeleden een dochter gekregen. Hoe ga je later zelf het gesprek aan?
“Dat is een goede vraag. Natuurlijk weet ik dat nog niet precies, maar mijn ambitie is wel om goed met haar te communiceren. Voordat ik het met haar kan hebben over het HPV-vaccin, zal ik het eerst moeten hebben over seks, maar ik weet zeker dat dat gaat lukken en dat we er gewoon open over kunnen communiceren. Ik zou geen gekke verhalen gaan verzinnen over bloemetjes en bijtjes, het onderwerp moet gewoon bespreekbaar zijn. Ik zie veel leed veroorzaakt door HPV, dus ik kan heel goed uitleggen waarom vaccineren zo belangrijk is. Je zult het maar hebben. Ik zie iedere dag patiënten die hadden gewenst dat zij het vaccin hadden kunnen nemen.”
Wat zou u aan jeugdartsen mee willen geven?
“Onderschat jullie rol niet. Het kan misschien een ver-van-je bedshow zijn, met name als je geen mensen in je omgeving of in je dagelijkse praktijk tegenkomt met deze vorm van kanker. Je kunt mensen, door ze goed te begeleiden of goed te informeren, enorm veel ellende besparen. Bij andere vaccinaties, zoals DKTP, zijn deze gesprekken minder noodzakelijk, omdat de meerderheid van de mensen deze vaccinaties al voor lief neemt en de vaccinatiegraad al hoger is. Wees als jeugdarts ook zelf goed op de hoogte, zodat je mensen zo goed mogelijk kunt voorlichten. Als je mensen zo goed mogelijk informeert, kunnen ze weloverwogen voor het vaccin kiezen. We kunnen deze HPV-gerelateerde ziekten elimineren, er is zeker wat te halen. Dat is het mooiste wat we kinderen kunnen meegegeven.”
Dit artikel verscheen juni 2022 in het JA! Magazine, het vakblad van AJN Jeugdartsen Nederland. Lees hier JA! Magazine nr. 55