Home > Vakinhoudelijk > Jeugdarts en onderzoek

Laat je inspireren!

Onderzoek draagt bij aan de onderbouwing van de JGZ-praktijk: Doen we de juiste dingen? En doen we die dingen goed? Jeugdartsen en artsen M+G kunnen op verschillende manieren bijdragen aan onderzoek dat van nut is voor de JGZ. Laat je inspireren door de informatie op deze pagina!

Voor vragen en/of meer informatie kun je ook contact opnemen met de Wetenschappelijke Commissie van de AJN.

Opleiding & Onderzoek
Op verschillende momenten in het opleidingstraject is het mogelijk om onderzoek te doen op onderwerpen gerelateerd aan de JGZ.

Wetenschappelijke stage tijdens de geneeskunde opleiding
De duur van de wetenschappelijke stage in de geneeskunde opleiding varieert per universiteit in Nederland en is minimaal drie maanden. Begeleiding kan plaatsvinden door bijvoorbeeld een gepromoveerde jeugdarts, een promovendus of een staflid van de afdeling Public Health of sociale geneeskunde (jeugdarts/arts M+G). Er zijn verschillende vormen van onderzoek mogelijk in de jeugdgezondheidszorg, zowel kwantitatief als kwalitatief.  

Onderzoek als onderdeel van de opleiding Arts M+G
Sinds 1 maart 2021 vindt het wetenschappelijk onderzoek in de tweede fase plaats bij een universitaire vakgroep sociale geneeskunde.

Onderzoek doen buiten de opleiding
Ook buiten het volgen van de opleiding tot arts (M+G) kan de jeugdarts zich bezighouden met wetenschappelijk onderzoek. Dit wordt veelal gedaan in samenwerking met academische werkplaatsen, universiteiten en kennisinstituten.

Promovendikring voor promovendi en gepromoveerden
Zowel buitenpromovendi als promovendi die binnen een universiteit op een JGZ-thema promoveren, kunnen behoefte hebben aan contacten met mede promovendi. De promovendikring is een plek om te ‘sparren’ en voor het delen van problemen en knelpunten, die men tegenkomt als promovendus. Promovendi kunnen baat hebben van elkaars ervaringen. Omdat promovendi binnen ons vakgebied vaak verspreid en geïsoleerd werken, zal ook het delen op vakinhoudelijk gebied een meerwaarde hebben. Contactpersoon: Babette Diepeveen.

Voorbeelden van onderzoekers in de JGZ

Academische Werkplaatsen
Bij een Academische Werkplaats wordt samengewerkt met mensen uit de praktijk, onderzoek, beleid en opleidingen. Zij werken aan onderzoek dat gebaseerd is op vragen uit de praktijk en waarvan de resultaten de praktijk kunnen versterken. Een Academische Werkplaats heeft vaak zowel grote, langlopende projecten als de zogeheten ‘Klein-en-fijn’-projecten.

Meer informatie over onderzoek gesubsidieerd door ZonMw is te vinden via de website van ZonMW.

Universiteiten en kennisinstituten
Onderzoek over onderwerpen die van belang zijn voor de JGZ wordt ook uitgevoerd door universiteiten en kennisinstituten als TNO, het NJi (Nederlands Jeugdinstituut), het NCJ en het RIVM (Centrum Voeding, Preventie en Zorg). Het NJi (databank NJi) en het NCJ (databank NCJ) houden databanken bij van erkende jeugdinterventies, instrumenten en richtlijnen.

Toegang wetenschappelijke literatuur
Bij het zoeken naar wetenschappelijke informatie maak je bij voorkeur gebruik van artikelen uit peer reviewed tijdschriften en/of boeken gepubliceerd door wetenschappelijke uitgeverijen.
Het zoeken naar wetenschappelijke artikelen kan via algemene en vakspecifieke databanken. Hier vind je de bibliografische gegevens van een artikel en vaak ook de samenvatting. Niet alle databanken zijn vrij doorzoekbaar. Via de server van een universiteit zijn deze meestal wel toegankelijk, maar om gebruik te maken van de server moet je student of personeelslid zijn. Hetzelfde geldt voor toegang tot de volledige tekst (full-text) van een artikel. Om deze te kunnen inzien moet je een lidmaatschap hebben of per artikel betalen. Wellicht ken je een collega die verbonden is aan een universiteit of academische werkplaats en die wel toegang heeft. Steeds vaker worden artikelen als open access gepubliceerd. Deze artikelen zijn voor iedereen toegankelijk.

Lees hier meer over het bepalen van de relevantie en wetenschappelijkheid van diverse bronnen.

Veelgebruikte vrij toegankelijke databases:

Veelgebruikte betaalde databases (meestal toegankelijk via een universiteit):

Tips and trics
Hieronder vindt je tips en trics die je kunnen ondersteunen bij het doen van wetenschappelijk onderzoek.

  • Youtube bevat veel toelichtende filmpjes over o.a. het werken en analyseren met SPSS
  • Nieuwe trend is dat universiteiten gratis online onderwijs gaan aanbieden, zie bijvoorbeeld HIER
  • Mint-cursus
  • Zoek uitwisseling via de promovendikring
  • Boekentips:
    • Handboek buitenpromoveren, Floor Basten en Kerstin van Tiggelen
    • Promoveren doe je zo, Tielbeek
    • Medical statistics made easy, Harris and Taylor
    • Statistiek in woorden, Slotboom
    • SPSS met syntax, Manfred te Grotenhuis & Chris Visscher
    • Medical statistics made easy, M. Harris and G. Taylor

Waar vind ik een onderzoeker vanuit de JGZ die mee wil denken met mijn onderzoeksopzet? 

Je kunt een verzoek mailen naar wetcie@ajnjeugdartsen.nl. Wij kunnen met je meedenken over waar je iemand kunt vinden met raakvlakken met het onderzoeksonderwerp. We kunnen hiervoor gebruik maken van ons netwerk. Voor vragen kun je ook terecht bij het NCJ.

Dr A.J. Swaakprijs

De dr. A.J. Swaakprijs beoogt de kwaliteit van de jeugdgezondheidszorg (JGZ) in Nederland een stimulans te geven. De prijs wordt sinds 1987 tweejaarlijks uitgereikt op voordracht van een commissie van deskundigen. Gelet wordt op het wetenschappelijk niveau en op de toepasbaarheid in de praktijk van de JGZ. Individuele personen, groepen of instellingen die zich op een bijzondere manier hebben ingezet om de JGZ in Nederland op een hoger plan te brengen kunnen voor deze prijs in aanmerking komen. Het betreft een oeuvre of onderzoeken, die betrekking hebben op de leeftijdsgroep 0-18 jarigen en die een preventief en/of gezondheid bevorderend aspect in zich dragen. De prijs is een geldbedrag.

De Dr. Swaakprijs is naar de volgende inzenders gegaan:

2020: Magda Boere-Boonenkamp voor haar werk en inzet

2018: geen uitreiking

2016: Frans Pijpers voor zijn werk en inzet voor de gezonde ontwikkeling van het kind en zijn speciale aandacht voor schoolgezondheidsbeleid en gezondheidsbevordering.

2014: Meinou Theunissen voor haar proefschrift over de kwaliteit van de vroegopsporing van psychosociale problemen bij jonge kinderen

2012: Helma Ruijs voor haar proefschrift ‘Acceptance of Vaccination among Orthodox Protestants in the Netherlands’.

Flora van Laarprijs

JGZ-medewerkers die vernieuwend onderzoek hebben verricht, kunnen kandidaat gesteld worden voor de Flora van Laarprijs. Ook een baanbrekende innovatieve activiteit op het terrein van de jeugdgezondheidszorg kan voor de prijs in aanmerking komen. De prijs wordt tweejaarlijks  uitgereikt en bestaat uit een beeldje en een geldbedrag. Flora van Laar (1925-2001) was jarenlang cursusleider jeugdgezondheidszorg in Leiden. Zij droeg zorg voor een gedegen wetenschappelijke opleiding van jeugdartsen en stimuleerde haar cursisten om goed en vernieuwend onderzoek op te zetten.

De Flora van Laarprijs is naar de volgende inzenders gegaan:

2021: Janine Benjamins Haar onderzoek richt zich op de effecten van transparantie en gezamenlijke dossiervoering; op de regie die ouders en jongeren ervaren en op de samenwerking met andere zorgverlenende organisaties.

2019: Frans Feron voor zijn werk en inzet en speciale aandacht voor het kwetsbare kind.

2017: Marie-Jose Theunissen voor haar onderzoek naar vroegtijdig school verlaters: ‘Stay in or drop out‘.

2015: Mascha Kamphuis voor haar werk en inzet voor de JGZ-richtlijnen.

2013: Yvonne Vanneste voor de landelijke handreiking ‘Snel terug naar school is veel beter’ en de ontwikkeling van de interventie M@ZL.

2011: Carin Rots voor haar onderzoek naar armoede en de rol van de JGZ: ‘Rich evidence for poor families’.

2009: Geen uitreiking

2007: R. Bouma voor haar project ‘Piep zei de muis’, gericht op jonge kinderen (4‐8 jaar) van ouders met psychosociale, psychische en verslavingsproblemen.

2005: Catelijne Wierenga‐van der Hoeven voor haar scriptie ‘Protocollering binnen de JGZ: bedplassen’ binnen de opleiding tot jeugdarts.

2003: Judith Aerdts voor haar project ‘No-Limits, pesten: waarom zou je?’, een onderzoek naar en ontwikkeling van een interventie-instrument voor de ondersteuning bij een pestproject op school.