De meeste kinderen in Nederland worden gezond geboren en groeien gezond op in een veilige en beschermde omgeving. Maar dat geldt niet voor alle kinderen. Het ministerie van VWS is in september 2018 het actieprogramma ‘Kansrijke Start’ begonnen om meer kinderen een goede start te geven. Gemeenten en zorgverleners kunnen hiermee initiatieven opzetten om ouders vóór, tijdens, en tot twee jaar na de zwangerschap te begeleiden. Er is vooral aandacht voor (aanstaande) ouders en kinderen die in kwetsbare omstandigheden leven,
zoals armoede.
Een goede start wordt bereikt door kwetsbare situaties vroeg te signaleren en daarvoor hulp te bieden. Een betere samenwerking tussen professionals uit de geboortezorg, jeugdgezondheidszorg en gemeenten is daarvoor belangrijk. Dat gebeurt in ‘lokale coalities’.Zo kunnen de professionals in de geboortezorg sneller doorverwijzen, dan wel naar de zorg, dan wel naar het sociale domein. Lokale coalities organiseren programma’s die een goede start stimuleren, zoals Nu Niet Zwanger en VoorZorg.
Het RIVM volgt sinds 2019 in hoeverre gemeenten programma’s hebben opgezet en hoe de gezondheid van jonge kinderen zich ontwikkelt. Sinds 2021 combineert het RIVM cijfers met de ervaringen van betrokken partijen. De ervaringen beschrijven wat goed gaat en wat beter kan.
Deze monitor van 2022 laat zien dat gemeenten de afgelopen jaren een verandering in gang hebben gezet. Sinds 2019 krijgen steeds meer gemeenten geld om Kansrijke Start vorm te geven. In 2022 waren er 20 gemeenten meer met een lokale coalitie dan in 2021. Ook bieden de gemeenten steeds meer programma’s aan. Partijen zoals gemeenten, verloskundigen, kraamzorg, jeugdgezondheidszorg en wijkteams, weten elkaar steeds beter te vinden en
werken steeds meer en beter samen.
Een aantal knelpunten blijft bestaan. Zo is in de wet nog niet vastgelegd welk werk lokale coalities moeten doen, waardoor activiteiten van Kansrijke Start niet altijd als kerntaak wordt gezien door de betrokken partijen. Een andere belemmering is het gebrek aan personeel waardoor het werk in lokale coalities in de knel komt.
De betrokken partijen blijven het belangrijk vinden om de samenwerking in de toekomst te verbeteren. Daarnaast vinden ze het belangrijk om de effecten op de gezondheid langere tijd te meten. Het kost namelijk tijd om duidelijke resultaten van de inspanningen te zien. Ook andere ontwikkelingen dan het programma Kansrijke Start kunnen de gezondheid van kinderen verbeteren. Denk aan veranderingen in de organisatie van de geboortezorg,
het sociale domein of preventie.
Lees het rapport
Bron: RIVM