Intervisie methode

In de beleidsregels-rgs-geconsolideerde-versie-juni-2016 staat op pag 37 (bijlage I Hoofdstuk 3) het reglement visitatiecommissie RGS voor de specialismen en profielen vallend onder de werking van het Kaderbesluit College Sociale Geneeskunde (CSG) van 26 september 2008. hierin worden eisen beschreven die aan de visitatie worden gesteld.

Voor ICT kunnen diverse methoden gebruikt worden. De methode moet beschreven zijn en bekend bij de deelnemers. De keuze voor een methode hangt af van het onderwerp, de inbrenger, de groep en de beschikbare tijd. Scholing in intervisie is onderdeel van de opleiding tot jeugdarts, waarbij uitgebreidere beschrijving van de methoden wordt gegeven en wordt geoefend met intervisie.

Hieronder volgen enkele veelgebruikte methoden:

De incident methode

Probleem is actueel, uit de praktijk, nog niet opgelost. Fasen in de intervisie zijn keuze van het incident, schetsen van het incident, formuleren van vragen om informatie, informatieronde, analyse van de situatie, standpuntbepaling door de groep, wat doet de inbrenger?, afsluitende discussie en evaluatie. Duur ongeveer 2 uur.

De 7 stappen methode

ICT in engere zin omvat meerdere bijeenkomsten. Fasen zijn: keuze van onderwerp, opstellen van criteria voor wenselijke zorg, verzamelen van gegevens over de verleende zorg, toetsen van deze gegevens aan de criteria, verbeteren/veranderen van de verleende zorg, rapportage aan management, evalueren. Duur drie bijeenkomsten van 2 uur.

Balint methode

Bij het inbrengen van het probleem wordt ook onderzocht wat het aandeel van de inbrenger zelf is. Fasen in de intervisie zijn vraagstelling, beeldvorming, oordeelsvorming, besluitvorming, bespreking in de groep. Duur 75 min.

Verkorte Balint

Bij het inbrengen van het probleem wordt ook onderzocht wat het aandeel van de inbrenger zelf is. Fasen in de intervisie zijn probleeminbreng, beeldvorming, oordeelsvorming, besluitvorming. Duur 45 min.

De Bono methode

De Bono beschrijft verschillende soorten van gedrag, die je voor ogen kunt houden bij het oplossen van het probleem. Deze methode is vooral geschikt voor een probleem dat nog niet is opgelost. Fasen in de intervisie zijn: probleem inbrengen, open vragen voor verheldering, keuze van gedrag (kleur), oplossingen vanuit deze gedragstijl, inbrenger benoemt het positieve van elke oplossing en kiest. Duur: afhankelijk van aantal deelnemers (ongeveer een uur).

Disney werkvorm

Gebruik maken van drie basistypen (Winny the Pooh als dromer, Janneman als realist en Iejoor als criticus) om een probleem op te lossen. Niet bedoeld voor analyse achteraf. Fasen in de intervisie zijn: probleeminbreng, dromers bedenken eerst ongehinderd allerlei mogelijkheden, de realisten bedenken hierbij de mogelijke oplossingen, de critici analyseren de zwakke plekken in het plan, daarna reageren de dromers, etc. tot de critici geen zwakke plekken meer zien in het plan van de realisten. Duur: wisselend.

STAR methode

Analyse van een situatie of probleem uit de afgelopen periode, waarbij de inbrenger iets wat moeilijk of spannend was in de praktijk heeft toegepast. Fasen in de intervisie zijn: Situatie, Taak, Actie en Resultaat. Duur: ongeveer een uur.

Als je inlogt in MIJN AJN kan je onder het kopje ‘ bestanden’ een uitgebreidere beschrijving vinden van deze beschreven methoden.